SUMMALATIJNCOMPENDIUMGYMNASIUM BOVENBOUWAUTEURSADRIAAN KEGEL SIMON ROOSJENAGNES SCHAAFSMAPAUL VISSERSTAAL & ROELAND BVLATIJNSUMMACOMPENDIUMGYMNASIUM BOVENBOUWInhoudGrammaticale begrippen 4 Overzicht grammatica 9 Zelfstandig naamwoord 9Bijvoeglijk naamwoord 16Voornaamwoorden 20Werkwoord 26Persoonsvormen 27Actief en passief 33Modus 35Infinitivus 38Participium 40Gerundium en gerundivum 43Zinsbouw 45Tips voor het vertalen van een Latijnse zin 48Stijlmiddelen 49Verteltechniek 51Tekstsoorten 53Retorisch proza (Cicero) 53Argumentatieleer in filosofisch proza (Cicero, Seneca) 54Historisch proza (Livius) 54Poëtische teksten 55Stamtijdenlijst 57Naslaglijst van basiswoorden 634GRAMMATICALE BEGRIPPENafkortingNederlandse termLatijnse (of op het Latijn gebaseerde) termpag.aanw.vnwaanwijzend voornaamwoordpronomen demonstrativum21ablvijfde naamval, geeft aan:- plaats (waar)- plaats (waarvandaan)- tijd (wanneer)- wijze (waardoor)- wijze (waarmee)- wijze (hoe)- wijze (in welke mate)- aanvulling bij een comparativus- bijvoeglijke bepalingablativus- ablativus loci (locativus)- ablativus separativus- ablativus temporis - ablativus causae- ablativus instrumentalis- ablativus modi- ablativus mensurae- ablativus comparationis- ablativus qualitatis13abl.absablativus absolutus42accvierde naamvalaccusativus13aciaccusativus met infinitivusaccusativus cum infinitivo38acpaccusativus met participiumaccusativus cum participio41actactief (bedrijvend)activum33adibijvoeglijk naamwoordadiectivum16-19advbijwoordadverbium18bijwoordelijkadverbiaal19bijwoordelijke verwijswoordenadverbia correlativa45antecedantecedent23-24attrbijvoeglijkattributief19bepbepaling (zie bijv / bijw)18-19betrbetrekkelijkerelatieve (bijzin, aansluiting)23-24betr.vnwbetrekkelijk voornaamwoordpronomen relativum23-24bez.vnwbezittelijk voornaamwoordpronomen possessivum20bnwbijvoeglijk naamwoordadiectivum16-19bijvbijvoeglijkattributief19bijv.bepbijvoeglijke bepalingattributieve bepaling19bijwbijwoordadverbium18bijw.bepbijwoordelijke bepalingadverbiale bepaling19bijw.verwbijwoordelijke verwijswoordenadverbia correlativa45bindvocverbindingsklinkerbindvocaal26BZbijzin- van tijd- van reden- van toegeving- van voorwaarde- van vergelijking- van doel- van gevolg- temporele bijzin- causale bijzin- concessieve bijzin- conditionele bijzin- comparatieve bijzin- finale bijzin- consecutieve bijzin47casnaamvalcasus12-13comvergelijkende trapcomparativus17compossamengesteld werkwoordcompositum61conaanvoegende wijs:- wens / hoop (utinam)- aansporing- twijfel - verbod (ne)- mogelijkheid / waarschijnlijkheidconiunctivus - optativus- adhortativus- dubitativus - prohibitivus- potentialis3616OVERZICHT GRAMMATICA – BIJVOEGLIJK NAAMWOORDBIJVOEGLIJK NAAMWOORDEen bijvoeglijk naamwoord congrueert met een zelfstandig naamwoord in geslacht, getal en naamval. Een znw en een bnw die bij elkaar horen, noem je een woordgroep.Verbuiging longus, -a, -um mannelijkvrouwelijkonzijdigevmvnomgendataccablnomgendataccabllong-us long-ilong-olong-umlong-olong-i long-orumlong-islong-oslong-islong-a long-aelong-aelong-amlong-along-ae long-arumlong-islong-aslong-islong-um long-ilong-olong-umlong-olong-a long-orumlong-islong-along-isBij deze groep horen ook enkele bijvoeglijke naamwoorden met nom ev mannelijk op –er. De andere vormen zijn regelmatig.pulcher, -chra, -chrum mooi miser, misera, miserum ongelukkiglangVerbuiging fortis, -e en ingens, ingent-mannelijkvrouwelijkonzijdigmannelijkvrouwelijkonzijdigevmvnomgendataccablnomgendataccablfort-is fort-isfort-ifort-emfort-ifort-esfort-iumfort-ibusfort-esfort-ibusfort-is fort-isfort-ifort-emfort-ifort-esfort-iumfort-ibusfort-esfort-ibusfort-efort-isfort-ifort-efort-ifort-iafort-iumfort-ibusfort-iafort-ibusingensingent-isingent-iingent-emingent-iingent-esingent-iumingent-ibusingent-esingent-ibusingensingent-isingent-iingent-emingent-iingent-esingent-iumingent-ibusingent-esingent-ibusingensingent-isingent-iingensingent-iingent-iaingent-iumingent-ibusingent-iaingent-ibus1 dapper 2 sterkenorm, geweldigOpmerkingen1 Bij de groep fortis, -e horen ook enkele bijvoeglijke naamwoorden met nom ev mannelijk op –er, zoals celer, celeris, celere (snel) en acer, acris, acre (fel). De andere vormen zijn regelmatig.2 Bij de groep ingens, ingent- horen ook dives, divit- (rijk), pauper, pauper- (arm) en vetus, veter- (oud). Deze bijvoeglijke naamwoorden hebben afwijkende vormen: abl ev op -e, gen mv op -um, nom/acc o mv op -a.19Het bijvoeglijk naamwoord in de zin Het bijvoeglijk naaamwoord staat in de zin als bijvoeglijke bepaling, bijwoordelijke bepaling of dubbelverbonden bepaling: ▶ een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord; ▶ een bijwoordelijke bepaling zegt iets over een werkwoord, bijvoorbeeld over de manier waarop het gebeurt; ▶ een dubbelverbonden of predicatieve bepaling zegt zowel iets over een zelfstandig naamwoord als over een werkwoord.bijvoeglijke bepaling Puella pulchra cantat. Het mooie meisje zingt.bijwoordelijke bepaling Puella pulchre cantat. Het meisje zingt mooi.dubbelverbonden bepaling Puella anxia intrat. Het meisje komt angstig binnen.predicatieve bepalingZelfstandig gebruik van het bijvoeglijk naamwoord Een bijvoeglijk naamwoord kan ook als zelfstandig naamwoord in de zin staan. Voor de vertaling in het Nederlands kun je vaak volstaan met het toevoegen van een lidwoord.Optimus laudem meret. De beste verdient lof.Semper optimum petimus. We streven altijd naar het beste.Multi adsunt. Velen zijn aanwezig.Nulli cedo. Ik ga voor niets (of niemand) aan de kant.26OVERZICHT GRAMMATICA – WERKWOORDWERKWOORDStamgroep (conjugatie)vocarestam : vocalaatste letter van de stam is -aa-stamterrēre stam : terrelaatste letter van de stam is -ee-stamvincere stam : vinclaatste letter van de stam is een medeklinkermedeklinkerstamaudire stam : audilaatste letter van de stam is -ii-stamOpmerkingWerkwoorden van de gemengde groep hebben de infinitivus en de imperativus van een medeklinkerstam, maar de persoonsvormen van een i-stam, bijvoorbeeld: facere, facio.Stammen en tijden van het werkwoord infinitivuspraesensstamperfectumstampppvocarevoca-vocav-vocatus terrēreterre- terru-territus audireaudi-audiv-auditusOpmerkingen1 Uitzonderingen bij de e-stam: complēre, complevi, completum en delēre, delevi, deletum.2 Bij de mk-stam wordt het perfectum op verschillende manieren gevormd, bijvoorbeeld: prs.stam + s (dicere - dixi); klankverandering in de stam (facere - feci); verdubbeling van de beginmedeklinker (currere - cucurri). 3 Een ppp eindigt op -tus of -sus (claudere, clausus).Persoonsvorm Een persoonsvorm bestaat uit stam (+kenletters) (+ bindvocaal) + persoonsuitgang.kenletter(s) letter(s) waaraan je de werkwoordstijd herkent: -ba- voor het ipfbindvocaal letter die de persoonsuitgang hoorbaar maakt, bijv. mitt-i-tpersoonsuitgangenactiefpassiefperfectumev 123ikjijhij/zij/het-o / -m-s-t-or / -r-ris-tur-i-isti-itmv123wijjulliezij-mus-tis-nt-mur-mini-ntur-imus-istis-eruntafkortingpuapuppupf27Persoonsvormen: a-stamindicativusactiefconiunctivusactiefindicativuspassiefconiunctivuspassiefpraesensprs.stam + puavoc-ovoca-svoca-tvoca-musvoca-tisvoca-ntik roepprs.stam +e+ puavoc-e-mvoc-e-svoc-e-tvoc-e-musvoc-e-tisvoc-e-ntprs.stam + pupvoc -orvoca-risvoca-turvoca-murvoca-minivoca-ntur ik word geroepenprs.stam +e+ pupvoc-e-rvoc-e-risvoc-e-turvoc-e-murvoc-e-minivoc-e-nturimperfectumprs.stam +ba+ puavoca-ba-mvoca-ba-svoca-ba-tvoca-ba-musvoca-ba-tisvoca-ba-ntik riepprs.stam +re+ puavoca-re-mvoca-re-svoca-re-tvoca-re-musvoca-re-tisvoca-re-ntprs.stam +ba+ pupvoca-ba-rvoca-ba-risvoca-ba-turvoca-ba-murvoca-ba-minivoca-ba-ntur ik werd geroepenprs.stam +re+ pupvoca-re-rvoca-re-risvoca-re-turvoca-re-murvoca-re-minivoca-re-nturfuturumprs.stam +b+ puavoca-b-ovoca-b-i-svoca-b-i-tvoca-b-i-musvoca-b-i-tisvoca-b-u-ntik zal roepenprs.stam +b+ pupvoca-b-orvoca-b-e-risvoca-b-i-turvoca-b-i-murvoca-b-i-minivoca-b-u-ntur ik zal geroepen wordenperfectumpf.stam + pupfvocav-ivocav-istivocav-itvocav-imusvocav-istisvocav-eruntik heb geroepen pf.stam +eri+ puavocav-eri-mvocav-eri-svocav-eri-tvocav-eri-musvocav-eri-tisvocav-eri-nt ppp + prs essevocatus sumvocatus esvocatus estvocati sumusvocati estisvocati sunt ik ben geroepen ppp + con prs essevocatus simvocatus sisvocatus sitvocati simusvocati sitisvocati sintplusquam perfectumpf.stam +era+ puavocav-era-mvocav-era-svocav-era-tvocav-era-musvocav-era-tisvocav-era-ntik had geroepenpf.stam +isse+ puavocav-isse-mvocav-isse-svocav-isse-tvocav-isse-musvocav-isse-tisvocav-isse-ntppp + ipf essevocatus eramvocatus erasvocatus eratvocati eramusvocati eratisvocati erant ik was geroepenppp + con ipf essevocatus essemvocatus essesvocatus essetvocati essemusvocati essetisvocati essentfuturum exactumpf.stam +eri+ puavocav-er-ovocav-eri-svocav-eri-tvocav-eri-musvocav-eri-tisvocav-eri-ntik zal hebben geroepenppp + fut essevocatus erovocatus erisvocatus eritvocati erimusvocati eritisvocati erunt ik zal zijn geroepen36OVERZICHT GRAMMATICA – WERKWOORDVertaling van de coniunctivusDe vertaling van een persoonsvorm in de coniunctivus is afhankelijk van het zinsverband. Om tot een goede vertaling te komen, stel je jezelf twee vragen:Vraag 1: Staat de coniunctivus in de hoofdzin of in de bijzin?Vraag 2 Hoofdzin: In welke tijd staat de coniunctivus? In het schema vind je de vertaalmogelijkheden in de verschillende tijden van het werkwoord.Vraag 2 Bijzin: Staat de coniunctivus verplicht in de bijzin (dan heeft deze geen extra betekenis) of niet verplicht (dan heeft de coniunctivus een extra betekenis).coniunctivus praesens in de hoofdzinwens / hoop (utinam)Utinam hoc facias.Ik hoop dat je dit doet.aansporingHoc faciamus.Laten we dit doen.twijfelUtrum hoc faciam an non?Moet ik dit doen of niet?verbod (ne)Ne hoc faciatis.Jullie moeten dit niet doen.mogelijkheidHoc faciant.Ze kunnen dit doen.waarschijnlijkheidHoc faciat.Hij zal dit wel doen.coniunctivus perfectum in de hoofdzinverbod (ne)Ne hoc feceris.Doe dit niet.coniunctivus imperfectum in de hoofdzinwens in de irrealis (heden)Utinam pecuniam haberem! Had ik maar geld!situatie in de irrealis (heden)Si pecuniam haberem, domum illam emerem.Als ik geld had, kocht ik dat huis.Mogelijkheid in de irrealisHoc facerem.Ik had dit kunnen doen.Twijfel in de irrealisQuid facerem?Wat had ik moeten doen?coniunctivus plusquamperfectum in de hoofdzinwens in de irrealis (verleden)Utinam tunc pecuniam habuissem!Had ik op dat moment maar geld gehad!situatie in de irrealis (verleden)Si pecuniam habuissem, domum illam emissem.Als ik geld had gehad, had ik dat huis gekocht.Next >