Opdrachten vmbo bovenbouw Beeldende vakken / Bovenbouw vmbo Opdrachten Expo Staal & Roeland BV Auteurs Vares Ruiter Pien School Marije Sennema Marie Mart Roijackers Irma de Vries Redactie Monique van der Hulst1 Leren van kunst 6 Kunstbeschouwing 2 Kunstbegrip 2.1 Wat is kunst? 8 2.2 Verschijningsvormen 12 2.3 Functies van kunst 16 2.4 Proces van het maken van kunst 20 3 Kunst kijken 3.1 Voorstelling 24 3.2 Vormgeving — Compositie 28 3.3 Vormgeving — Kleur 32 3.4 Vormgeving — Vorm, textuur & structuur 36 3.5 Vormgeving — Licht & geluid 40 3.6 Vormgeving — Ruimte & lijn 44 3.7 Vormgeving — Materialen 48 3.8 Vormgeving — Technieken & hanteringswijze 52 Kunstgeschiedenis* 4 Kunstgeschiedenis tot 1750 4.1 Klassieke oudheid 56 4.2 Middeleeuwen 58 4.3 Renaissance 60 4.4 Barok 64 5 Kunstgeschiedenis 1750–1900 5.1 Classicisme 66 5.2 Romantiek 68 5.3 Realisme 70 5.4 Impressionisme 74 6 Kunstgeschiedenis 1900–1950 6.1 Expressionisme 76 6.2 Kubisme 80 6.3 Abstracte kunst 82 6.4 Surrealisme 84 7 Kunstgeschiedenis 1950–nu 7.1 Abstract expressionisme 88 7.2 Conceptuele kunst 92 7.3 Postmodernisme 96 7.4 Nieuwe media 100 Het examen A Voorbeelden van examenvragen 106 B Tips voor het centraal schriftelijk examen 116 C Tips voor het centraal praktisch examen 117 Inhoud * De opdrachten bij de hoofdstukken 4 tot en met 7 van het tekstboek (kunstgeschiedenis) zijn bedoeld als examentraining.36 Hoofdstuk 3 Kunst kijken Doel v Je leert welke vormsoorten en soorten texturen en structuren er zijn en welke effecten ze kunnen hebben. 3.4 Vormgeving — Vorm, textuur & structuur v Lees bladzijde 46 en 47 in je tekstboek 1 a Bekijk 320 en V311. In de video zie je Heringa en Van Kalsbeek aan het werk in hun atelier. Ze maken hun kunstwerken door te experimenteren met allerlei verschillende materialen en technieken. In de video zie je zes stappen van het maakproces van Armor. Beschrijf wat er in de zes stappen gebeurt en welke materialen en technieken er in elke stap worden gebruikt. T 1 b In Armor kun je verschillende vorm- contrasten zien. De vormcontrasten die genoemd worden in het tekstboek zie je allemaal terug in dit kunstwerk. Beschrijf waar je de contrasten ziet. T 1 c Armor is geïnspireerd op de hoofdtooien van traditionele Chinese bruiden. Bekijk V312. Je ziet hier een fragment uit een Chinese opera waarin ook hoofdtooien worden gedragen. Noem twee overeen- komsten in de gebruikte vormsoorten tussen deze hoofdtooien en Armor. T 2 d Je zou kunnen zeggen dat de hoofdtooi van Heringa/Van Kalsbeek een nageaapte Chinese hoofdtooi is. Beargumenteer waarom je ook kunt zeggen dat dat niet zo is. I 2 a Bekijk 321, een sculptuur van Anish Kapoor. Heeft dit kunstwerk organische of geometrische vormen? T 1 b De maten van het kunstwerk van Kapoor zijn 7 × 7 × 7 meter. Wat is het effect van dit formaat op mensen die het beeld bekijken? I c Bekijk 7 , van Anish Kapoor en Cecil Balmond. Dit is een kunstwerk, maar tegelijk ook de langste tunnelglijbaan ter wereld! Als je erbovenop staat, heb je een fantastisch uitzicht over Londen. Dit werk ziet er veel dynamischer (leven- diger) uit dan 321. Noem twee vorm- soorten die ervoor zorgen dat dit kunst- werk een dynamische indruk maakt. T 2 3 a Bekijk 322, een litho van Escher. Je kunt zeggen dat de figuren en dieren in deze litho organische vormen hebben, maar ook dat ze gestileerde vormen hebben. Beschrijf wat er organisch en wat er gestileerd is aan de figuren. T 1 b Wat is het belangrijkste verschil tussen gestileerde en geabstraheerde vormen? T 1 c Kies een van de dieren die je in de litho van Escher ziet. Maak drie snelle teke- ningen van dit dier: met organische vormen (zo realistisch mogelijk), met gestileerde vormen en met geabstraheerde vormen. Vergelijk jullie tekeningen in de klas. Is het verschil tussen de gestileerde en geabstraheerde vormen duidelijk te zien? Leg je antwoord uit. T 237 Anish Kapoor & Cecil Balmond, ArcelorMittal Orbit (2012) 738 Hoofdstuk 3 Kunst kijken v 3.4 Vormgeving — Vorm, textuur & structuur v Lees bladzijde 48 en 49 in je tekstboek 4 a Bekijk 323. De reusachtige hamburger ziet er zo echt uit, dat je hem wel zou willen opeten! Beschrijf de textuur van het broodje zo uitgebreid mogelijk: hoe ziet het eruit en voelt het aan? T 1 b Bekijk V313. Je ziet Tjalf Sparnaay aan het werk. Welke technieken gebruikt hij om brood textuur te geven en zo echt mogelijk te laten lijken? T 1 c De schilderijen van Sparnaay zien er ‘net echt’ uit. Zou zijn werk ook in bekende musea hangen als hij bijvoorbeeld gestileerde hamburgers zou schilderen, denk je? Beargumenteer je antwoord. I d Bekijk 8 . In de zeventiende eeuw, toen Pieter Claesz dit stilleven schilderde, waren er nog geen hamburgers. Ham- burgers zijn goedkoop voedsel. Claesz schilderde juist dure, buitenlandse producten zoals wijn en citroenen. Waarom deed hij dat, denk je? Beargu- menteer je antwoord. I 5 a Bekijk 324 en V314. De Fondation Louis Vuitton is een museum in Parijs. Je kunt daar de kunstverzameling bekijken van de oprichter van Louis Vuitton (een luxe merk koffers en tassen). Wat voor vormen zie je terug in dit gebouw? Gebruik de vormsoorten uit het tekstboek en beschrijf de buiten kant en de binnenkant van het gebouw. T 1 b Bekijk V315, het Guggenheim Museum in Bilbao, Spanje. Net als de Fondation Louis Vuitton is dit gebouw ontworpen door Frank Gehry. Noem twee overeen- komsten in de gebruikte vormsoorten tussen de twee musea. T 2 6 a Bekijk 325. Alexandra Kehayoglou gebruikt een soort stofuitdrukking in haar tapijten. Welke kenmerken van de garens gebruikt ze om ervoor te zorgen dat haar tapijten op land- schappen lijken? T 1 b Wat is het verschil tussen textuur en structuur? T 1 c Maak zelf met (kleur)potlood een schets van een huis in een landschap. Zorg ervoor dat de verschillende structuren en texturen goed te zien zijn. Bespreek de schetsen in de klas. Welke teken- technieken kun je gebruiken om struc- turen en texturen weer te geven? T 2 d Kehayoglou maakte een tapijt voor de Belgische modeontwerper Dries van Noten. Dit enorm lange kleed lag op de catwalk bij een van zijn modeshows. Bekijk V316. Je ziet hier hoe het tapijt is gemaakt. Aan het eind van de video zie je hoe het tapijt wordt gebruikt bij de modeshow. Welke sfeer denk je dat Van Noten wilde bereiken met dit kleed op de catwalk? Beargumenteer je antwoord. I v Heb je het leerdoel bereikt? R Ik ken de verschillende vormsoorten en soorten texturen en structuren en weet welke effecten ze kunnen hebben. T 1 Ik kan herkennen welke vormsoorten en soorten texturen en structuren worden gebruikt in een kunstwerk. T 2 Ik kan uitleggen welk effect de gebruikte vormsoorten en soorten texturen en structuren hebben in een kunstwerk. I Ik kan beargumenteren waarom ik denk dat een kunstenaar voor bepaalde vorm- soorten en soorten texturen en structuren heeft gekozen.39 Pieter Claesz, Stilleven met haring, wijn en brood (1647)860 Hoofdstuk 4 Kunstgeschiedenis tot 1750 Doel v Je leert welke kenmerken kunstwerken uit de renaissance hebben en hoe kunstenaars van nu zich door deze kunst laten inspireren. 4.3 Renaissance v Lees bladzijde 78 en 79 in je tekstboek 1 a Bekijk 418, een fresco (muurschildering) van Perugino. Waaraan kun je zien dat dit een fresco is en niet bijvoorbeeld een olieverfschilderij ? T 1 b Bekijk 418 nog eens. Op het fresco zie je Jezus die de sleutels van de hemel aan Petrus geeft. Op de achtergrond zie je nog twee scènes uit het leven van Jezus. Leg uit hoe de compositie ervoor zorgt dat Jezus en Petrus de belangrijkste figuren op het fresco zijn. T 1 c Naast Jezus en Petrus staan groepen mensen. Sommigen zijn heiligen, maar Perugino heeft in de groep rechts ook de architect van de Sixtijnse kapel en zich- zelf geschilderd. Waaraan herken je de heiligen? T 1 d Het fresco van Perugino is geschilderd op een muur van de Sixtijnse kapel. Dit is de huiskapel van de paus in Vaticaan- stad (in Rome) en tegelijk een museum. Bekijk 5 en V409. Alle muren en het plafond van de Sixtijnse kapel zijn bedekt met fresco’s. Het plafond werd beschilderd door Michelangelo. Noem twee aspecten van de voorstelling en twee aspecten van de vormgeving die volgens de video bijzon- der zijn. T 1 2 Bekijk 419, David van Michelangelo. Dit beeldhouwwerk is wereldberoemd. Bekijk ook V410, David van de Chinese kunstenaar Guan Xiao uit 2013. De kunstenaar laat zien dat je David overal kunt zien. Moet de originele David nog bewaard worden ? Geef een argument voor en een argument tegen. I 3 a Bekijk 420, de Vitruviusman van Leonardo da Vinci. Is deze tekening volgens jou bedoeld als een kunstwerk of niet? Leg je antwoord uit. T 2 b De Vitruviusman staat op de Italiaanse euromunten. Waarom zouden de Italianen deze afbeelding op hun munten hebben gezet, denk je? Beargumenteer je ant- woord. I Sixtijnse kapel 561 b Bekijk V412. Jeroen Bosch was een schilder uit de renaissance, maar zijn werken zijn heel anders dan die van andere kunstenaars uit deze periode. Kijk nog even goed naar de kenmerken van renais- sancekunst in je tekstboek. Noem een verschil in de voorstelling en een verschil in de vormgeving tussen de Tuin der lusten en typische renaissanceschilderijen. T 2 8 Bekijk 424 en V413. Noem twee aspecten van de vormgeving van deze lamp die aan de ontwerpen van Da Vinci doen denken. T 1 9 Bekijk 425. Deze foto is gemaakt in de stijl van de renaissance. Noem een aspect van de voorstelling en een aspect van de vormgeving van deze foto die typisch zijn voor renais- sance kunst. T 1 v Heb je het leerdoel bereikt? R Ik ken de begrippen die van belang zijn voor het beschrijven van kunstwerken uit de renaissance. T 1 Ik kan beschrijven welke kenmerken kunstwerken uit de renaissance en daarop geïnspireerde werken hebben. T 2 Ik kan uitleggen welk effect kenmerken van kunstwerken uit de renaissance en daarop geïnspireerde werken hebben. I Ik kan beargumenteren waarom ik denk dat een kunstenaar voor bepaalde kenmerken heeft gekozen. v Lees bladzijde 80 en 81 in je tekstboek 4 Schrijf op wat de volgende begrippen betekenen: symmetrische compositie, driehoekscompositie, lijnperspectief, atmosferisch perspectief. R 5 a Bekijk 421. Albrecht Dürer was nog jong (26) toen hij dit zelfportret maakte, maar hij schilderde zichzelf als een succesvolle man. Noem twee aspecten van de voorstelling die de indruk geven dat hij succesvol was. T1 b Waarom zou Dürer zichzelf zo hebben afgebeeld en niet als een schilder in zijn atelier? Beargumenteer je antwoord. I 6 a Bekijk 422. In de renaissance werd ook de bouwkunst uit de klassieke oudheid herontdekt. Noem minstens drie ken- merken van de klassieke bouwstijl die je in de villa terugziet. T 1 b De villa heeft kenmerken van de klassieke bouwkunst, maar toch kun je zien dat het geen oud Grieks of Romeins gebouw is. Vergelijk de villa met de gebouwen in para- graaf 4.1 Klassieke oudheid. Noem twee kenmerken van het ontwerp van de villa die je in de gebouwen uit de klassieke oud- heid niet ziet. T2 7 a Bekijk 423, Paradise van Studio Smack, en V411. Dit videowerk is geïnspireerd op 6 , Tuin der lusten van Jeroen Bosch. Paradise lijkt op de Tuin der lusten, maar er zijn ook veel verschillen. Bespreek Paradise en Tuin der lusten in de klas en bedenk samen zo veel mogelijk verschillen in voorstelling en vormgeving tussen de twee werken. T 2 Next >