< Previous90Cultuur van het moderne Eerste helft twintigste eeuwe RESEARCH Surrealisme nu Stel je voor dat je een tentoonstelling alleen binnen mag als je eerst door een autowasstraat met draaiende borstels moet lopen. Dat overkwam de bezoekers aan de tentoonstelling Vreemde dingen in het Rotterdamse Museum Boijmans van Beuningen: ‘Alleen schoon geboend en ontdaan van alles wat je aankleeft uit de “gewone” wereld, kun je je openstellen voor de vreemde wereld van de surrealisten, is de achterliggende gedachte’, meldt het dagblad Trouw. Vreemde dingen is een tentoonstelling uit 2007 over surrealisme en design. Op de tentoonstelling staan naast surrealistische designklassiekers, zoals de Mae West Sofa ook eigentijdse ontwerpen van kunstenaars die zich laten inspireren door het surrealisme. De surrealistische beeldtaal, van met name Salvador Dalí en René Magritte, is vandaag de dag een onuitputtelijke bron voor mode, design, videoclips en commercials. De droomwereld van het surrealisme waarin logica zoek is, zwaartekracht niet lijkt te bestaan en alledaagse zaken hun alledaagsheid verliezen, leent zich blijkbaar uitstekend voor commerciële toepassingen. Opdracht Stel een presentatie samen waarin je eigentijds surrealisme vergelijkt met het werk van de ‘oude’ surrealisten zoals Dalí en Magritte. Kies van beide minimaal drie voorbeelden. Met de juiste videoclips, commercials en voorbeelden van eigentijds ‘design with a smile’, kun je een flitsende presentatie houden. Zorg ervoor dat uit de presentatie duidelijk wordt wat het (oorspronkelijke) surrealisme is en waarom de beeldtaal van de surrealisten nog steeds zo populair is. Werkwijze en tipsv Ga op zoek naar een duidelijke ‘match’ tussen de oorspronkelijke bron en de moderne interpretatie van die bron. Als oorspronke lijke bronnen laat je schilde rijen of ont werpen zien van bijvoorbeeld Magritte, Dalí of Elsa Schiaparelli (mode). Soms worden deze kunstenaars bijna letterlijk geciteerd. Het kan ook zijn dat de eigentijdse kunstenaars werken in de geest van het surrealisme, zonder letterlijke citaten. In dat geval vraagt de vergelijking in je presentatie wat extra toelichting.v Om de eigentijdse citaten te kunnen herkennen, moet je thuis raken in het werk van de surrealisten die in hoofdstuk 8 worden besproken. Je moet veel werk van deze kunstenaars bekijken. Dat kan door rond te struinen op internet, maar het is ook handig om wat boeken met veel reproducties van het werk door te bladeren. v Een PowerPoint of prezipresentatie is een goede basis voor je presentatie. Vanuit PowerPoint en Prezi kun je vrij eenvoudig filmpjes van bijvoorbeeld YouTube starten. 8 r René Magritte, Hegels vakantie, 19588s OOOMS design, Glass Bulb Light, 2009Bij hoofdstuk 8havo5 Inleiding 7a Cultuur van de kerk Elfde tot en met de veertiende eeuw 9 [ 24 pagina’s ] b Hofcultuur Zestiende en zeventiende eeuw 33 [ 32 pagina’s ] c Burgerlijke cultuur van Nederland 65 Zeventiende eeuw [ 18 pagina’s ] d Cultuur van Romantiek en realisme 83 Negentiende eeuw [24 pagina’s ] e Cultuur van het moderne 107 Eerste helft twintigste eeuw [ 38 pagina’s ] f Massacultuur 145 Vanaf 1950 [ 56 pagina’s ] Begrippen per kunstdiscipline 201 [ ca. 8 pagina’s ] Opdrachtenboek vwo — Inhoudsopgave v Focusopdrachten bij hoofdstuk 8 van het tekstboek, thema 8.1 — Expressie [ pagina’s 12–14 ]v Researchopdracht bij hoofdstuk 8 van het tekstboek [ pagina 15 ]In dit voorbeeldkatern :108Cultuur van het moderne Eerste helft twintigste eeuwe FOCUS Sluierdans Tussen 1909 en 1929 toert het Russische balletgezelschap Les Ballets Russes langs podia in Europa. Het gezelschap staat bekend om zijn vernieuwingsdrang wat betreft dans, decor en muziek. Tot 1912 is Michel Fokine de huischoreograaf van het gezelschap. Zijn balletvoorstellingen sluiten aan bij het oriëntalisme: de romantische hang naar een oosterse sprookjeswereld die populair blijft tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Een verleidelijke sluierdans mag daarbij niet ontbreken. 1 Op v afbeelding 8b zie je een kostuumontwerp voor een oriëntaalse voorstelling van Les Ballet Russes: Narcisse (1911). Léon Bakst maakt voor deze voorstellingen decor en kostuumontwerpen. Leg uit hoe je aan de tekening kunt zien dat het een kostuumontwerp betreft.2 Het onderwerp en de choreografie van Narcisse sluit nog aan bij het negentiende eeuwse klassieke ballet. De kleding die Bakst ontwerpt maakt klassieke dans mogelijk. Noem twee kenmerken van de klassieke dans die goed aansluiten bij kostuums zoals op afbeelding 8b.Begin twintigste eeuw maakt het oriëntalisme steeds vaker plaats voor Afrika als niet westerse inspiratiebron. In 1907 brengt Pablo Picasso een bezoek aan een expositie met Afrikaanse maskers in het Palais du Trocadéro. Op v afbeelding 8c zie je een voorbeeld van het soort maskers dat daar te zien was. Na het bezoek verandert het werk van Picasso radicaal. 3 v Bekijk afbeelding 8d. Dit schilderij is gemaakt in de eerste maanden na het bezoek. Het stelt een danseres gehuld in sluiers voor. In het schilderij zijn al de kenmerken van het kubisme te zien. Noem aan de hand van afbeelding 8 d drie kenmerken van het kubisme. Over de maskers die hij in de expositie ziet zegt Pablo Picasso: Voor mij zijn de maskers meer dan alleen maar sculpturen. Het zijn magische voor-werpen die als intermediair dienen met onbekende en gevaarlijke geesten. Met die maskers is het mogelijk je tegen die geesten te wapenen en jezelf te bevrijden. Geesten, het onbewuste, emotie, het is allemaal hetzelfde. Ik begreep toen pas wat me als schilder stond te doen. (Picasso in een interview met André Malraux, 1937) Picasso wil meer dan alleen maskers naschilderen. Hij probeert eigen angsten en obsessies te bezweren door er een vorm aan te geven. Zijn schilderij Les demoiselles d’Avignon, ook gemaakt in 1907, is voor hem een manier om zich te wapenen tegen de verleiding van de prostituees in Barcelona.v Expressie v Invalshoek Kunst intercultureel8 b Léon Bakst, kostuumontwerp voor de voorstelling Narcisse (1911)1096 v Bekijk afbeelding 8d. Breng twee aspecten van het schilderij in verband met de ontwikkeling van de moderne dans in de eerste twee decennia van de twintigste eeuw. Vanaf 1920 krijgt Les Ballet Russes concurrentie van Ballets Suédois. La création du monde van Ballets Suédois gaat in 1923 in Parijs in première. In 2012 maakt de Congolese danser en choreograaf Faustin Linyekula (1984) met het Ballet de Lorraine hiervan een herschepping met als titel La création du monde 1923–2012. In deze voorstelling neemt Linyekula een twintig minuten durende reconstructie van het bestaande ballet op. Deze vult hij aan met twee dansen als proloog en epiloog. Op v video V806 zie je een korte samenvatting van de voorstelling. Bij 1:30 zie je de overgang van de proloog naar de reconstructie. Vanaf 1:50 zie je hoe de voorstelling er in 1923 kan hebben uitgezien. 4 v Bekijk afbeelding 808. Net zoals het schilderij Dans met sluiers op afbeelding 8d wordt ook Les demoiselles d’Avignon beschouwd als een belangrijke voorloper van het kubisme. Leg uit dat het schilderij zowel wat betreft vormgeving als inhoud met recht ook een expressionistisch werk genoemd kan worden. 5 v Bekijk afbeelding 8d. Picasso past in zijn schilderij arceringen toe die verwijzen naar de groeven op sommige rituele maskers en beelden. Op welke wijze verhoogt hij met de arcering ook de ruimtelijkheid van de voorstelling op afbeelding 8d ? Na 1910 breidt ook in de danswereld de belangstelling zich uit naar andere continenten, waaronder Afrika. Dit is te zien in voorstellingen zoals Le sacre du printemps (1913) Hexentanz (1914) en La création du monde (1923).8 c Ceremonieel masker (Gabon, Afrika), 19de eeuw.8 d Pablo Picasso, Dans met sluiers (1907).Bij hoofdstuk 8vwo110Cultuur van het moderne Eerste helft twintigste eeuwe10 De muziek bij de oorspronkelijke voorstelling is van Darius Milhaud. Hij koos voor jazz achtige muziek, wat in 1923 zeer ongebruikelijk was. Bekijk v video V806 vanaf 1:50. Geef twee voorbeelden van elementen uit de jazz in dit fragment.7 Linyekula laat in de proloog de dansers meer tot hun recht komen dan in de oorspronke lijke voorstelling uit 1923 het geval is. Bespreek naar aanleiding van de reconstructie die te zien is op v video V806 de beperkingen van de dansers in het oorspronkelijke stuk. De oorspronkelijke voorstelling uit 1923 roept bij Linyekula woede op : De voorstelling geeft een naïef beeld van een paradijselijk en exotisch Afrika. En dat in een tijd dat de kolonialisten hun exploitatie en onderdrukking van Afrika steeds verder opvoerden en systematiseerden. ( Linyekula in een interview, Holland Festival 2012)8 v Bekijk afbeelding 809 en video V806. Bespreek twee aspecten van de oorspronkelijke voorstelling waaruit dit naïeve beeld van Afrika blijkt. In de proloog dragen blanke dansers eerst trainingspakken en later beschilderde skinsuits (zie v afbeelding 8e ). Choreograaf en danser Linyekula, de enige nietblanke op het toneel, dwingt de dansers min of meer hun rol op te pakken. In v video V806 zie je dat de overgang tussen de proloog en de reconstructie zichtbaar wordt als Linyekula het achterdoek wegtrekt waardoor het oude decor zichtbaar wordt.9 Benoem drie contrasten tussen de proloog en het oorspronkelijke dansstuk uit 1923 zoals dat verderop in de video is te zien. 8 e Faustin Linyekula, Proloog La création du monde 1923– 2012Bij hoofdstuk 8vwo111 RESEARCH Kunstenaarsreizen In de eerste helft van de twintigste eeuw blijven weinig avantgardekunstenaars hun leven lang wonen en werken in hun geboorteland. In de eerste jaren van de twintigste eeuw komt dit vaak voort uit een nieuwsgierigheid naar culturen buiten WestEuropa. In latere jaren worden kunstenaars steeds vaker gedwongen hun vaderland te verlaten in verband met politieke ontwikkelingen, zoals de Russische Revolutie, de opkomst van het fascisme en de twee wereldoorlogen. De migratie van kunstenaars bevordert het internationale karakter van de avantgarde. Opdracht Kies een van de in hoofdstuk 8 besproken kunstenaars die:v heeft gewoond en gewerkt in verschillende landen;v bij wie is aan te tonen dat zijn of haar verblijf in het buitenland invloed had op zijn of haar werk. Beschrijf het leven en werk van deze kunstenaar met als centraal thema de veranderde werkomgeving en de invloed die dit heeft op zijn of haar werk. Licht deze invloed toe aan de hand van voorbeelden, die je in de vorm van illustraties of geluidsfragmenten toevoegt aan jouw tekst. Werkwijze en tipsv Probeer eerst de opeenvolgende verblijfplaatsen van de kunstenaar in kaart te brengen. Ga daarna na welke invloed de veranderingen van verblijfplaats op zijn of haar werk hebben. v Bedenk dat de levensbeschrijvingen van kunstenaars die je op internet of in boeken vindt veelal niet geschreven zijn vanuit de invalshoek die bij deze opdracht centraal staat. Het is dus, zoals altijd, zaak je bronnen kritisch te gebruiken, en je eigen verhaal te schrijven. v Let erop dat een verandering van werkomgeving ook met zich meebrengt dat de kunstenaar een nieuwe kring van kunstenaars leert kennen, die ook weer invloed heeft op zijn werk. v Besteed ook aandacht aan de redenen waarom de door jouw gekozen kunstenaar verhuist naar nieuwe woon en werkplekken. v De volgende kunstenaars lenen zich goed voor deze opdracht: Paul Klee, Vassily Kandinsky, Vaslav Nijinski, Igor Stravinsky, Pablo Picasso, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Marcel Breuer, Fritz Lang, Bertolt Brecht, Kurt Weill.8 r Kurt Weill, From Berlin to Broadway, 1972AuteursJappe GroenendijkEmiel HeijnenSteffen KeuningMichiel MaasBespiegeling — Kunsten in samenhang is een methode voor het vak kunst algemeen. Door de originele verbanden tussen de kunstdisciplines, de aantrekkelijke afbeeldingen en de luister- en kijkfragmenten, worden leerlingenoptimaal op het examen voorbereid.Het tekstboek, de opdrachtenboeken en het digitale lesmateriaal (voor pc, tablet en smartphone) vormen samen met de RTTI-gecertificeerde toetsen en het overige docentenmateriaal de complete methode Bespiegeling — Kunsten in samenhang.www.staal-roeland.nlNext >